Erlenmeyer
Een erlenmeyer is een cilindrisch kegelvormig laboratoriumglas met platte bodem en een smalle hals. Het laboratoriumglas is vernoemd naar zijn uitvinder, Emil Erlenmeyer. De erlenmeyer wordt in het laboratorium veelvuldig gebruikt.
De hals kan wijdmonds, nauwmonds, geslepen of ongeslepen zijn. De bodem is plat, deze is minder sterk dan een ronde bodem van bijvoorbeeld een rondbodemkolf maar, doordat hij plat is, kan de erlenmeyer wel gewoon zonder hulpmiddelen op platte vlakken worden neergezet. Meestal worden erlenmeyers van borosilicaat 3.3 glas gemaakt dat verwarmd kan worden tot net onder het smeltpunt. Dit wordt vaak gedaan door middel van een brander met een gaasje erboven waar de erlenmeyer opstaat of met een verwarmingsplaat.
Een erlenmeyer heeft als voordeel boven een bekerglas dat door de nauwere hals de verdamping die er plaats vindt minder is dan bij een bekerglas.
Een erlenmeyer wordt vaak gebruikt om op te lossen, dit gebeurd vaak door het maken van een draaiende beweging
Als bijzondere erlemeyer bestaat nog een afzuig-erlenmeyer ook wel vacuümerlenmeyer genoemd, deze zijn van dik glas en hebben een tule aan de hals. Deze zijn bedoeld om in een onderdruk-opstelling te functioneren.